de innerlijke relatie

Zolang ik me kan herinneren ben ik de hele dag door en een groot gedeelte van de nacht aan het denken. Sommige van die gedachten volgen een bepaalde lijn of logica, maar nog meer zijn ze associatief. Het is een hutspot van herinneringen, beelden, verwachtingen, analyses, gevoelens, fantasieën, evaluaties, interpretaties en praktische zaken. Vaak is er een aanleiding te achterhalen, maar soms komen de gedachten ook gewoon uit het niets, zo lijkt het wel. 


Twijfels

Ergens in mijn tienerjaren begon ik mijn gedachten in twijfel te trekken. Wat de aanleiding daarvan was weet ik niet meer, maar er ontstond een discussie in mijn hoofd. Ik weet nog goed het moment dat ik getuige was van een gesprek waar ik naar kon kijken als was het een programma op televisie. Hier schrok ik van. Ik hoorde stemmen in mijn hoofd die ik allemaal kon identificeren als zijnde mijn eigen gedachten. Als ik ‘mijn’ zeg, dan is dat enigszins relatief. Ik kon er niets aan doen, ze waren er gewoon, maar ze waren in ieder geval niet van iemand anders. Zoveel was duidelijk. Het gebeuren was voor mij aanleiding om ‘serieus’ te gaan mediteren. Ik wilde niet langer deze of gene kant opgetrokken worden door de stemmen in mijn hoofd en de waan van de dag. Ik verlangde naar stabiliteit en helder onderscheidingsvermogen. De grond en het vertrouwen daarvoor vond ik niet in theorieën, meningen of gedachten, maar in de stilte, het aanwezig zijn in de ruimte van gewaarzijn. Dat betekende niet dat ik nu als een zombie door het leven ging. Integendeel, het betekende juist dat ik wakker werd. Wakker uit die eindeloze stroom van gedachten die me altijd maar meesleepte van dit naar dat, zonder dat ik nou ooit even thuiskwam en de rust vond om een beetje bij te komen. Doodvermoeiend! 


Gedachten laten voor wat ze zijn

Eenmaal tot rust gekomen betekende het ook niet dat ik geen gedachten meer had. Ze komen en gaan maar door, maar ik kan ze af en toe even laten voor wat ze zijn, gewoon maar gedachten. Dat wil niet zeggen dat ik niet nog af en toe bij de keel wordt gegrepen door wat er in mijn leven gebeurt. Er zijn emoties. Er is pijn. Er is verontwaardiging, teleurstelling, verdriet, blijdschap. Ik kan me verheugen en tegen dingen opzien. Sterker noch, ik kan me ergens op verheugen én er tegenop zien. Ineens zie ik het en moet om mezelf lachen. Wat ’n gedoe! Hoe verhoud ik me tot al die dingen die in me opkomen? Soms laat ik mezelf meeslepen, helemaal het hart van de pijn in. Dan hou ik mezelf weer tegen. Wat doe ik toch allemaal? Zo kom ik dan weer terug bij aanwezig zijn, gewaar zijn. Kijken naar al die kanten die opborrelen, geprikkeld worden en ook geprikkeld raken, en soms wel geprikkeld worden, maar niet geprikkeld raken – bij zachter zijn en onbevooroordeeld kijken. 

Netwerk van verbanden tussen verbindingen

Hoe je het ook wendt of keert, we nemen allemaal deel aan een complex spel van verbindingen en relaties: een relatie met je lichaam en de materie; relaties met anderen – liefdevol, afstandelijk of neutraal; een web van relaties met jezelf – met al die deelaspecten die ook weer onderling in een relatie staan; en je relatie met het grote geheel. En al die relaties nemen hun bagage mee, hun geschiedenis en gewoonten, hun concepten, vaste kaders en onzekerheden. Geen wonder dat we af en toe behoefte voelen om gewoon maar even adem te halen en er te zijn. Dan komen we weer thuis en vanuit die ruimte kunnen we kijken naar al die relaties en verbindingen. Dan kunnen we gaan zien waar we ons op fixeren, waar we naar grijpen, waar we ons aan vasthouden, en wat we liever wegduwen. Als we onszelf dan zo bezig zien, gaan we dingen begrijpen op een ander niveau. Verbanden worden duidelijk. De geschiedenis krijgt een nieuw perspectief. Onze eigen rol wordt uitgelicht. In de ruimte van het inzicht krijgen we weer beetje vat op ons leven. Vat niet in de zin van controle, maar meer in de zin van weten dat je er zelf bij bent. Je hebt een keuze. Ga je naar links of naar rechts? Ga je erin mee of besluit je een andere kant op te gaan? Je bent niet langer overgeleverd aan hoe de wind waait, waait mijn hoedje, maar je maakt je eigen keuzen en neemt je eigen verantwoordelijkheid. Dat geeft vertrouwen en een goed gevoel.

Eerst rust vinden

Eerst laten we onze geest tot rust komen door gedachten, gevoelens, waarnemingen en sensaties gewoon te laten komen, en weer te laten gaan. We merken ze wel op, we sluiten ons nergens voor af, maar we gaan er niet mee aan de haal. We grijpen er niet naar, fixeren ons er niet op en we identificeren ons er niet mee. Als wij er niet mee aan de haal gaan, gaan zij ook niet met ons aan de haal.

Vanuit rust helder onderscheid maken

Als we dan een beetje tot rust zijn gekomen, kunnen we helderder onderscheiden wat er allemaal langskomt. Een hoop rommel, wat interessante dingen, oude pijn, nieuwe verwachtingen, noem maar op. Door helder te zien kunnen we analyseren en kijken wat destructief is, zinloos, en wat constructief is, creatief. Analytische meditatie ons kan helpen om te realiseren dat wat we dachten dat permanent was, in feite vergankelijk is; dat wat onafhankelijk scheen, in feite in wisselwerking met andere dingen staat; en dat wat een geheel leek te zijn, bestaat uit allerlei samengestelde delen. Dit helpt om te zien wat een harde realiteit leek te zijn in feite geschapen wordt door onze eigen geest.

Vriendelijk kijken naar wat liever niet gezien wil worden

Sommige gevoelens en ervaringen zijn echter moeilijk scherp te krijgen om te analyseren. Het speelt zich af in de krochten van onze geest, maar beroert ons wel. Dergelijke gevoelens kunnen we door de techniek van het zogenaamde ‘focussen’ proberen beter in beeld te krijgen. Door een lichamelijk gevoelde ‘felt sense’ te ontwikkelen kunnen we een relatie aangaan met dat ‘iets’ dat ons parten speelt. Zo kunnen we leren ook dat moeilijk te vatten, bijna niet te verwoorden ‘iets’ een plaats te geven en mogelijk ook die wonden te helen. Compassie kent vele vormen. In de grond is het aanwezig zijn. Er zijn voor de ander en er zijn voor jezelf, met name ook voor al die kanten van jezelf en de ander, waarvan je misschien in eerste instantie liever zou willen dat ze er niet waren, maar die zich op zeker moment niet meer laten ontkennen. Juist door innerlijk ook te luisteren naar die verborgen stemmen, kunnen we op een dieper niveau werkelijk op een natuurlijke, ongekunstelde manier verstillen.

Bert van Baar

Founder, trainer & coach of Sky-Heart

PhD. in Cultural Anthropology

http://www.sky-heart.org
Vorige
Vorige

zelf ervaren wat helpt en wat niet

Volgende
Volgende

groter dan je denkt